(risico op) Ziekte aan hart en bloedvaten

Groot of heel groot risico op een ziekte aan hart en bloedvaten

De huisarts of praktijkondersteuner kan het risico dat u heeft op ziekte aan hart en bloedvaten berekenen. Dit risico wordt vergroot wanneer u er sprake is van een roken, hoog cholesterol, hoge bloeddruk, schade aan uw nieren of omdat u al een ziekte aan het hart of bloedvaten heeft.

Uw risico op een ziekte van hart en bloedvaten is groot of heel groot. De arts noemt dit hoog of zeer hoog. Wat betekent dat?

Je risico zegt iets over de kans om binnen 10 jaar zo’n ziekte te krijgen. En om klachten te krijgen die niet meer overgaan. Bijvoorbeeld dat je verlamd blijft na een beroerte of nog maar weinig kunt doen na een hartinfarct.

Uw risico zegt ook iets over de kans om dood te gaan aan een ziekte van hart en bloedvaten.

Groot risico

Als u een groot risico hebt, wordt dat nog groter als u ouder wordt. De kans om binnen 10 jaar ziek te worden of dood te gaan is dan ongeveer zo:

  • onder de 50 jaar: meer dan 8 van de 100 mensen
  • tussen de 50 jaar en 70 jaar: meer dan 10 van de 100 mensen
  • boven de 70 jaar: meer dan 15 van de 100 mensen
Heel groot risico

Bij een heel groot risico is de kans om binnen 10 jaar ziek te worden of dood te gaan nog hoger. Dat komt doordat u bijvoorbeeld al een ziekte van hart en bloedvaten hebt gehad of ernstige nierschade hebt.

Hartfalen

Bij hartfalen pompt uw hart minder goed. Uw bloed wordt minder goed door uw lichaam gepompt. De organen en spieren in uw lichaam krijgen daardoor minder bloed. En dus ook minder zuurstof en minder voeding uit het bloed.

De bloedvaten raken vol. Er kan vocht uit lekken. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.

Hartfalen is meestal niet te genezen.

Atriumfibrilleren

Bij boezem-fibrilleren klopt je hart onregelmatig: soms langzamer en soms weer heel snel. Je hartslag is in de war.

Vaak klopt je hart met meer dan 110 slagen per minuut, ook als je rustig zit.

Hierdoor komt er niet genoeg bloed in je hart. En pompt je hart niet genoeg bloed je lichaam in.

Boezem-fibrilleren is een hartritme-stoornis. Een andere naam is atrium-fibrilleren. ‘Boezem’ of ‘atrium’ is de naam van twee delen van je hart.

De huisarts of praktijkondersteuner bespreekt met u de mogelijkheid om deel te nemen aan een zorgprogramma voor mensen met:

  • Groot of zeer groot risico op ziekte aan hart en bloedvaten
  • Atriumfibrilleren
  • Hartfalen

Dit programma biedt u uitgebreide begeleiding, waarbij zorgverleners samenwerken om u te ondersteunen en te behandelen.

Wat betekent dit voor u? 

Uw huisarts en praktijkondersteuner (POH) zijn uw contactpersonen. De praktijkondersteuner nodigt u regelmatig uit voor een controle. Tijdens deze controle worden onder andere uw gewicht en bloeddruk gemeten. Daarnaast bespreekt de POH of u klachten heeft en beantwoord uw vragen.

De controles helpen u om goed met uw risico of ziekte om te gaan en uw klachten zo goed mogelijk te behandelen.

Binnen het zorgprogramma kan de huisarts voor specifieke vragen overleggen met een specialist (cardioloog, neuroloog, internist of vaatchirurg). Soms is verwijzing nodig en neemt de specialist de zorg (tijdelijk) over. Een ander onderdeel van het zorgprogramma is het aanpakken van de risicofactoren, zoals bijvoorbeeld roken of ongezonde voeding. Via de POH krijgt u algemene leefstijl- en voedingsadviezen. In bepaalde gevallen kunt u worden doorverwezen naar een diëtist of leefstijlcoach.

Groot of zeer groot risico op ziekte aan hart en bloedvaten

 

Atriumfibrilleren

 

Hartfalen

  • Meer informatie over hartfalen: kijk bij de Hartstichting.
  • Kijk bij de Harteraad voor ervaringen van andere mensen met hartfalen.
    U vindt hier ook formulieren die handig kunnen zijn als u hartfalen heeft. Bijvoorbeeld om uw gewicht bij te houden

Deelname aan het zorgprogramma wordt volledig vergoed vanuit het basispakket. U betaalt hiervoor geen eigen risico. Wel ziet u dat HWF Integrale Zorg kosten declareert bij uw zorgverzekeraar. HWF betaalt de zorgverleners binnen het zorgprogramma voor de geleverde zorg.

Behandeling door een specialist wordt niet vergoed uit het zorgprogramma. Deze kosten worden vergoed uit het basispakket maar u betaald hiervoor wel eigen risico.